Om privéredenen moet ik helaas stoppen uit duo. Ik wil iedereen heel hartelijk bedanken voor de prachtige periode die ik heb gehad. We zien elkaar snel!
Negen en een half jaar geleden kwam ik naar Leiden. Ik was 17 jaar, een onbezonnen en onzekere aankomend student, vooral aangetrokken door de binnenstad en (de naam van) de universiteit. Ik werd al snel verliefd op Leiden: ik had er een heerlijke studententijd, die zich bijna automatisch vulde met twee studies, het Leidse nachtleven, debat en veel meer. Toch bleef Leiden voor mijn gevoel niet gek veel meer dan die historische binnenstad en universiteit (en vooruit, de Hendo). Mijn vriendenkring was al net zo beperkt: vooral mensen die het mee hadden gehad in het leven, en eigenlijk altijd hadden gehad. Van de PvdA was ik, met uitzondering van een sporadische borrel, slapend lid.
Dit alles veranderde 2,5 jaar geleden, toen ik lid werd van het Ombudsteam. Ik leerde een heel ander Leiden kennen. Een dat nog veel mooier is, maar waar lang niet iedereen het goed heeft: schimmel in corporatiewoningen, Leidenaren die niet de zorg krijgen die er nodig is, zorgen of het eten wel betaald kan worden. Tegelijkertijd leerde ik de andere kant van de stad en partij kennen; mensen als Julie, en Tjeerd, die onvermoeibaar bleven knokken om het voor die Leidenaren ietsje minder moeilijk te maken. Het Ombudswerk was confronterend, maar ongelooflijk waardevol en gaf veel voldoening. Toch had ik er moeite mee om steeds maar een gezin tegelijk te helpen. Zeker, omdat ik als jurist wist dat het er in theorie zoveel beter uitzag: de papieren werkelijkheid strookte maar heel beperkt met de werkelijkheid die ik voor me zag.
Dus stelde ik me als 26-jarige, een klein beetje meer bezonnen en met iets meer zelfvertrouwen, kandidaat voor de gemeenteraad. Ik was dolblij en verrast met mijn zevende plek, zeker toen die me een duo-raadslidmaatschap bracht, met een prachtige portefeuille: maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg, samen met de Bo. Die raadsverkiezingen zijn nu negen en een halve maand geleden, al voelt het veel langer. Terugkijkend was het een geweldige periode, waarin ik het geluk heb gehad op veel terreinen actief te mogen zijn geweest: ik maakte me hard voor een slavernijmonument, vroeg om aandacht voor mensen met long-covid en deed mijn best ervoor te zorgen dat sociale wijkteams meer zelf op zoek gaan naar mensen die hulp nodig hebben. Veel belangrijker voelt echter het lidmaatschap van de fractie: een jonge, relatief onervaren, maar ongelooflijk enthousiaste fractie, die er voor mijn gevoel elke week beter in slaagt alle ideeën en energie om te zetten in een mooier Leiden voor iedereen. De komende ruim drie jaar worden nog heel veel mooier.
Die rest van de periode zal echter zonder mij zijn. Overigens gelukkige privé-omstandigheden brengen met zich dat ik Leiden uit moet verhuizen. Daarmee kan en mag ik geen duo meer zijn. Dat stemt verdrietig: je stelt je kandidaat omdat je je (minstens) vier jaar wil inzetten en ik heb het idee dat we pas aan het begin staan van iets moois. Tegelijkertijd laat het leven zich niet altijd plannen en heb ik alle vertrouwen in mijn opvolger, Abdullah. Ook is het een schrale troost dat mijn werk en sociaal leven zich in Leiden blijven afspelen.
Tot slot rest mij te bedanken: allereerst de partij. Ik heb de PvdA Leiden mogen leren kennen als een gemêleerde, positief-kritische afdeling, waarin heel veel mensen zich dagelijks inzetten voor de stad. Daar deel van mogen uitmaken is een voorrecht. Daarnaast natuurlijk de fractie, in het bijzonder Bo: dank jullie voor het harde werk, de herinneringen en de lessen die jullie me hebben geleerd. Een 10 is onmogelijk in de politiek, maar een 9,5 hebben jullie dik verdiend.
Met rode groet,
Roel