Het tocht op het Visser ’t Hooft Lyceum. Alle ramen staan open in verband met corona. In de klassen is het fris. “Kop op, jongens, jassen uit,” zegt de docent. Ze moeten het doen met een dikke trui, tot groot ongenoegen van sommigen.
Tijdens twee lessen ga ik in gesprek met leerlingen van een vierde klas op het VWO over de impact van corona en hoe we jongeren een grotere stem kunnen geven. En dat laatste thema leeft. “Want”, zo stelt een van de jongeren, “ik mag niet stemmen over zaken als klimaat en iemand van 90 wel. Terwijl ik er een mening over heb en ik er straks wel mee moet leven. En die persoon van 90 is dan al dood en merkt er niets meer van.” De anderen in de klas moeten er om grinniken, maar zijn het er wel mee eens. Het is even zoeken hoe jongeren beter geïnformeerd kunnen worden en wel hun stem kunnen laten horen. “Wij lezen niet”, zegt een van de jongens. De informatie moet dus op een andere manier tot hen komen. Ook het vragen om hun mening kan op een digitale, snelle manier. “Of zoals je het nu doet,” wordt er in beide klassen gezegd. “Door het gesprek aan te gaan. Dat is goed”.
Dat moet dan wel tijdens schooltijden. Jongeren hebben het druk en geven aan nauwelijks tijd te hebben ‘om met hun maten te chillen’. Ze zitten lang op school, moeten na school sporten, vervolgens huiswerk maken en dan is de dag al weer voorbij. Er klinkt ook kritiek op de leraren. “Soms hebben we wel zes toetsen per week en dan is het niet eens proefwerkweek. Ze stemmen het huiswerk en de toetsen niet goed op elkaar af. En dan krijgen wij alles in één keer.”
Er zijn veel onderwerpen waar jongeren over mee willen denken. Van sport en onderwijs tot dakloosheid en discriminatie. Vooral ‘school’ wordt vaak als thema genoemd, zeker in combinatie met de coronamaatregelen. Over de maatregelen die nodig zijn, zijn ze verdeeld. De ene vindt dat veel meer maatregelen nodig zijn. De andere vindt het zo wel prima. Enkele opmerkingen springen eruit. “Ik vind het gek dat iedereen 1,5 meter afstand moet houden en dat wij hier in de klas zo naast elkaar moeten zitten.” Iemand anders meldt: “Leraren hebben een eigen bel. Als die gaat, kunnen zij naar een andere klas lopen. Sommige leraren gebruiken dat moment daar niet voor en gaan lopen terwijl wij van klas naar klas gaan. Als wij ons aan de afspraken moeten houden, moeten zij dat ook doen.”
De impact van corona op de jongeren is groot. Ze zien hun familie minder, hebben een tijd lang minder gesport en een deel is ook wat eenzamer. De digitale lessen vonden zij maar niets. Dat werkte niet. “Het allerbelangrijkste voor ons is dat de scholen open blijven, zodat we normaal onze lessen kunnen volgen.” Op 13 oktober is er een nieuwe persconferentie van onze minister-president en de minister van VWS. Dan zullen we horen of de scholen inderdaad open kunnen blijven.