Schriftelijke vragen: behoud winkelaanbod in de Herenstraat

15 april 2022

In 2016, 2017, 2018 en bij de recent aangenomen nota ‘Warenmarkt en Retailbeleid’ heeft de gemeenteraad het unieke karakter van de Herenstraat en Doezastraat bevestigd. De straat is een huiskamer voor de buurt. Een plek waar mensen elkaar ontmoeten en met tal van unieke winkels en ondernemers. Dat bleek ook tijdens de coronacrisis maar weer, toen nog meer mensen de winkels hier ontdekten.

Toch maken Partij van de Arbeid en GroenLinks zich zorgen over de Herenstraat als winkelstraat. Opnieuw staat een pand (Herenstraat 8) te koop waar voorbereidingen worden getroffen voor een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Kennelijk is men van plan het gehele pand, ook de begane grond, een woonfunctie met appartementen te geven. Omdat de straat een dubbele bestemming heeft (wonen en ondernemen) lijkt dit mogelijk, ondanks dat de gemeenteraad meerdere malen heeft uitgesproken het unieke karakter van de Herenstraat als winkelstraat te willen behouden.

Winkelverschraling past daar niet bij: GroenLinks en Partij van de Arbeid willen dan ook graag de Herenstraat levendig houden: met aantrekkelijke winkels en woonruimte boven de ondernemingen. Met de komst van de Ananas en andere bouwprojecten is een fijne en gevarieerde winkelstraat in de Tuinstadwijk van groot belang. Daarbij constateren beide partijen dat het bestemmingsplan van de Herenstraat uit 2009 stamt, dus voordat de Raad zijn wens over behoud van de Herenstraat als winkelstraat uitsprak.

GroenLinks en PvdA stellen daarom op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde de volgende vragen:

  1. Is het College het met de Partij van de Arbeid en GroenLinks eens dat de Herenstraat een unieke functie in de buurt vervult en dat we daarom winkelverschraling tegen moeten gaan? Zo nee, waarom niet?
  2. Wat kan het College doen om de ontwikkeling (zoals) op Herenstraat 8 te ontmoedigen en zo te handelen overeenkomstig de uitgesproken intenties en de visie van de gemeenteraad over de Herenstraat als unieke winkelstraat?
  3. Is het College bereid te onderzoeken of andere mogelijkheden dan het wijzigen van de dubbele bestemming mogelijk zijn om verschraling van het winkelaanbod in de Herenstraat tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
  4. Is het College bereid te onderzoeken of het wijzigen van de dubbele bestemming in de Herenstraat mogelijk is en te zorgen dat in de Herenstraat wonen boven winkels wordt aangemoedigd? Zo nee, waarom niet?
  5. Wanneer het College bereid is de onderzoeken uit vraag 3 en 4 uit te (laten) voeren, kan het College aangeven binnen welke termijn de Raad daarover kan worden bericht?