Meer steun voor zelfstandigen en flexwerkers nodig

Voor veel zelfstandigen en flexwerkers zonder werk staat het water over de lippen. De noodgedwongen sluiting van winkels, cafe’s en contactberoepen zorgt ervoor dat zij nauwelijks rond kunnen komen. Om de huur en boodschappen te kunnen betalen, is vaak al een extra hypotheek genomen, het gespaarde pensioen opgegeten en de spaarpotten van de kinderen leeg gehaald.

Dat moet anders. De PvdA wil dat de gemeente Leiden veel ruimere steun biedt aan al die zelfstandigen en flexwerkers zonder werk die nu tussen wal en schip vallen in de landelijke steunmaatregelen. En dat kan. De gemeente heeft veel landelijk budget, de TONK, gekregen om deze mensen te helpen. Maar Leiden stelt allerlei aanvullende eisen waardoor zelfstandigen en flexwerkers er weinig aan hebben.

Dit moet dus worden aangepast. Om die reden heb ik het College opgeroepen de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) veel ruimer open te stellen. Dus geen partnertoets, geen beperkte vermogenstoets en geen inkomensgrens. Maar ook door meer noodzakelijke kosten te vergoeden dan alleen woonkosten. Het is onbegrijpelijk dat het College kiest voor een karige regeling waar mensen die in de problemen zitten niets aan hebben.

Door ruimere steun aan masseurs, kroegbazen en makers en creatiever uit de cultuursector aan te bieden, voorkomen we ook dat straks een grote groep mensen in de schulden en andere problemen komen te zitten. De Rijksoverheid heeft voldoende budget gegeven, dus dat kan en mag het argument niet zijn. Ik wil dus dat het College een ruimere TONK-regeling maakt die echt gaat werken.

Om die reden heb ik onderstaande vragen aan het College gesteld:

• Klopt het dat de Leidse beleidsregels voor de uitvoer van de TONK een partnertoets, een beperkte vermogenstoets en een inkomensgrens hebben?
• Zo ja, kan het college dan uitleggen voor welke groep mensen deze TONK toegevoegde waarde gaat hebben, aangezien werkgevers voor hun werknemers de NOW kunnen aanvragen, zelfstandigen, zonder een werkende partner, de Tozo kunnen aanvragen en ondernemers de TVL ontvangen?
• Klopt het verder dat de Leidse beleidsregels van de TONK alleen ingezet kan worden ter
  tegemoetkoming van woonkosten?
• Is het college bekend met het feit dat vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven is dat alle kosten die noodzakelijk zijn, vergoed kunnen worden? Waarom heeft het college ervoor gekozen om alleen woonkosten te vergoeden?
• Wordt onder de, in de beleidsregels genoemde, woonkostentoeslag de huurtoeslag verstaan?
• Wat is de reden dat het college kiest om mensen die huurtoeslag ontvangen uit te sluiten van de TONK?
• Is het college het met de PvdA-fractie eens dat door het wegvallen van alle inkomsten het enorm lastig om de huur, ook met huurtoeslag, te kunnen betalen? Vreest u niet dat hierdoor vele schulden of zelfs huisuitzettingen kunnen ontstaan?
• Vreest u niet dat, door alle aanvullende regels die het college stelt, deze regeling niet het beoogde doel, ‘Leidenaren te ondersteunen die te maken hebben met een aanzienlijke inkomensterugval als gevolg van de coronacrisis’ gaat halen?
• Is het college bekend met de toezegging vanuit de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en bovendien met de aangenomen motie in de Tweede Kamer dat het landelijke budget geen reden dient te zijn om een beperkte regeling op te stellen?
• Kan het college uitleggen, als budget geen rol speelt, waarom het college dan toch tot een regeling is gekomen die allerlei aanvullingen en beperkingen kent?
• Is het college bereid om zo spoedig mogelijk de beleidsregels, dus zonder partnertoets, beperkte vermogenstoets en inkomensgrens aan te passen, zodat de regeling een echte oplossing biedt voor al die zelfstandigen, flexwerkers en al die anderen die het nu heel erg zwaar hebben en geen of onvoldoende steun ontvangen?
• Hoe gaat het college deze regeling verder onder de aandacht brengen? Is het college bereid om deze regeling actief onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld via de afdeling werk & inkomen, de organisaties in het sociaal domein, de Voedselbank en bij de Leidse woningcorporaties?