Vragen over hulp aan gedupeerde jongeren in toeslagenaffaire in Leiden

Door Esmee van Meer op 7 april 2024

Tienduizenden jonge slachtoffers van de toeslagenaffaire in Nederland hebben recht op een schadevergoeding. Het betreft naast een financiële tegemoetkoming ook ondersteuning aan gedupeerde kinderen en jongeren. Dit laatste valt onder de zogenoemde kindregeling en hiervoor zijn gemeenten sinds 2022 verantwoordelijk.

De Belastingdienst heeft een brief aan de gedupeerde jongeren gestuurd met een boodschap over de ondersteuning bij hun gemeente, maar vanwege privacyoverwegingen deelt de Belastingdienst geen contactgegevens van de jongeren. Helaas geldt ook voor Leiden dat er nog maar weinig jongeren geholpen lijken te zijn. Zo zouden er nog maar 13 van de 215 Leidse gedupeerden ondersteuning hebben ontvangen van de gemeente.

Als PvdA, GroenLinks en SP betreuren we het dat er nog zo weinig jongeren geholpen zijn en willen van het college weten hoe de situatie ervoor staat en hoe deze jongeren geholpen kunnen worden. De regeling is immers bedoeld als herstelregeling, om deze jongeren extra steun te geven na het opgroeien in langdurige armoede en de stress die daaruit voortkomt.

Omdat gemeenten weinig informatie krijgen van de landelijke overheid over wie het gaat, zijn ze genoodzaakt om zich te beperken tot hun eigen kanalen om de jongeren op goed geluk te bereiken. Het gaat dan bijv. om de website en wijkteams, of om het bedenken van een nieuwe aanpak. Andere gemeenten, zoals Amsterdam en Rotterdam, maken er al werk van om jongeren beter te bereiken. We hopen dat er in Leiden ook een passende oplossing gevonden kan worden.

Daarom stellen Esmee van Meer, Prescillia van Noort (GL) en Thomas van Halm (SP) samen met de raadsleden Ahmet Kargin (GroenLinks) en Bo Lemmens (PvdA) schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders om erachter te komen wat de gemeente Leiden op dit moment al gedaan heeft om met deze jongeren in contact te komen en hen te kunnen helpen. Hierbij stellen ze de volgende vragen:

  1. Kan het College een reactie geven over de achterblijvende hulp aan gedupeerde jongeren?
  2. Deelt het College de zorgen over het achterblijven van de hulp aan deze gedupeerde jongeren?
  3. Kan het College toelichten welke inspanningen zij tot nu toe heeft ingezet om gedupeerde jongeren te bereiken? Met hoeveel gedupeerde jongeren heeft zij contact gehad en bij hoeveel jongeren heeft dat tot ondersteuning geleid?
  4. Kan het College aangeven welke aanvullende inspanning zij bereid is in te zetten om gedupeerde jongeren te bereiken? Welke kansen ziet het college binnen het huidige beleid rondom de jongerenraad, via organisaties die jeugdhulp bieden, via het onderwijskansenbeleid, de consulenten werk & inkomen of de sociale wijkteams, de jeugdteams Leidse regio etc?
  5. Is het College bereid om naar voorbeeld van Amsterdam een aanvullende brief te sturen of naar voorbeeld van Rotterdam een strategie te bedenken met gedupeerde jongeren die zij al wel heeft kunnen bereiken?
  6. Kan het College aangeven in het geval meer gedupeerde jongeren zich melden, zij ook (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Almere) daadwerkelijk over de ambtelijke capaciteit en financiële middelen beschikt om tot hulp en ondersteuning over te gaan?

Naar aanleiding van het nieuws over gedupeerde jongeren verscheen ook een reactie van wethouder Peter Heijkoop, die namens de VNG het woord voert over gemeentelijke sociale zaken. Daarin staat hij stil bij de manieren waarop gemeenten omgaan met de problemen bij gedupeerden en doet hij o.a. een oproep aan het Rijk om snel duidelijkheid te bieden en meer te doen om gegevensuitwisseling tussen het Rijk en gemeenten te verbeteren.

  1. Hoe reflecteert het College op dit artikel en de oproep aan het Rijk?

Mark Lauriks (PvdA-wethouder in Arnhem) gaf hier al een mooie reflectie op: “Gedupeerde ouders en kinderen kunnen alleen verder wanneer we uitgaan van vertrouwen en waardigheid. Wanneer we naar hun verhaal luisteren voordat we in de reflex schieten dat ergens onterecht een beroep op wordt gedaan”. Tegelijkertijd erkent hij ook hoe lastig het is voor gemeenten om gedupeerden echt de goede ondersteuning te kunnen bieden, maar ook op een goede manier om te gaan met het beperkte geld dat gemeenten ervoor krijgen. Als PvdA vinden we het belangrijk dat we deze mensen goed tegemoet komen en uitgaan van vertrouwen boven wantrouwen. We zijn benieuwd naar de beantwoording van de vragen en de reflectie van het college.

Esmee van Meer

Esmee van Meer

Mijn naam is Esmee van Meer. Ik ben geboren in de Flevopolder en woon sinds 2014 in Leiden. In mijn ogen verdient iedereen een goede basis en mogen de opleiding van je ouders, de buurt waar je bent geboren of wie je bent niet bepalen hoe groot je kansen zijn om je plek te vinden

Meer over Esmee van Meer